top of page

Altijd met je neus in de boeken

De stereotypes van hoogbegaafdheid gaan niet altijd op, eigenlijk vaak niet. Dat werd me weer duidelijk richting de eerste proefwerkweek van dit jaar. Uit eerste hand zie ik dat boeken absoluut geen prioriteit hebben. Het beeld van de gebrilde ‘nerd’ met een hoofd als een spons die alle boeken leegzuigt, herken ik helemaal niet.

Fictie

De eerste keer dat onze zoon (10) voor zijn plezier een boek leest (met veel letters) moet nog komen. Boeken als ‘de boomhut’, ‘leven van een Loser’ et cetera leest hij best graag, nog liever een Donald Duck. Voor Nederlands moet hij boeken lezen, hij begon met Harry Potter, daarna Hart van Inkt, dit jaar was het Alice in Wonderland. Met moeite worstelt hij zich erdoorheen. Precies uitgekiend hoeveel bladzijdes hij nog moet lezen voor de toets (of gewoon niet uitlezen…). Niet omdat hij het niet snapt, maar hij beleeft er geen plezier aan.

Zelf herken ik dat niet, ik lees heel graag, altijd al gedaan. Op de lagere school had ik de hele boekenkast leeggelezen (want er waren geen taakjes meer). Maar wel altijd fictie, verhalen waar ik in weg kon dromen. Dus toen ik voor mijn Nederlandse lijst boeken moest gaan lezen, de echte literatuurboeken, walgde ik daar ook van. De Nederlandse literatuur heeft me nooit getrokken, je kon er niet bij wegdromen, je ging er eerder van rillen of werd er depressief van, bah!

Studieboeken

Op een symposium voor Hoogbegaafdheid zei iemand: “Ik zou willen dat ik meer boeken uitlees, of dat ik accepteer dat ik ze niet uitlees. Maar, als ik op een gegeven moment het idee doorheb, dan kan de schrijver op nog een aantal verschillende manieren het concept uitleggen, dat voegt dan niets meer toe en ik ben de interesse kwijt.”

Wat ik ook hoor: “ik leef om te studeren, het liefst zou ik niets liever doen dan de rest van mijn leven studeren.”

Dat staat niet lijnrecht tegenover elkaar, dat gaat juist goed samen met het niet uitlezen van boeken. De honger naar nieuwe verdiepende informatie, maar niet de herhaling. Als je het snapt, dan snap je het.

Met studieboeken werkt dat (soms) net zo, je leest wat je wilt weten, scant wat relevante voorbeelden zijn en slaat de rest over. Handig als je gericht informatie zoekt, minder handig op de middelbare school. Mijn zoon denkt ook dat het zo werkt. Hij maakt één wiskundesom goed, dus hij snapt het en hoeft niet meer in zijn boek te kijken. De herhaling van de wiskundesommen is voor hem een verschrikking. “Ik snap het toch?!” In het eerste jaar van het vwo heeft hij mogen ontdekken dat: één wiskundesom snappen niet betekent dat hij ze allemaal snapt. En dat is heel moeilijk, want dan komt de herhaling en herhaling is saai. Het kost ook veel tijd, tijd die je kunt besteden aan Donald Ducks lezen, buitenspelen of gamen.

Internet

Als ik de titel van deze blog verander in ‘altijd met je neus in je telefoon’, dan klopt hij ineens wel. Zijn boeken achterhaalt en halen de kids alleen nog maar informatie van het internet? Hoewel ik denk dat dat zo is, is dat in dit geval toch niet aan de orde. De drang om te weten hoe iets werkt; waarom iets ‘zo’ is; of hoe iets is ontstaan, is zeker aanwezig in onze zoon, maar hij vraagt het liever dan dat hij er moeite voor doet om het op te zoeken om uit te zoeken. Hij zou best de hele dag in zijn telefoon kunnen zitten (hij vind het niet leuk dat ik dit opschrijf en is het niet met me eens), maar dan meer voor de spelletjes en de youtubevideo’s over gamen.

Intrinsieke motivatie

Lezen moet bij je passen, een honger naar informatie ontstaat pas als je het onderwerp aantrekkelijk vindt en dan moet het nog zo interessant zijn dat je er van in de actiestand komt. Niet alle kinderen vinden de informatie die wordt aangeboden op de middelbare school interessant en zodra naar school gaan niet meer zo leuk is, is het zaak er zo min mogelijk mee bezig te zijn. Het zou dus zomaar kunnen dat je veel meer kunt dat je doet. Maar zeg nou zelf, als je een onderwerp niet interessant vindt, ga je er toch ook minder moeite voor doen? Het is dan zaak de intrinsieke motivatie / overtuiging boven te krijgen en deze wellicht te veranderen.

Met zesjes je vwo halen

En misschien is het wel helemaal niet nodig die motivatie te veranderen. Belangrijk is: waar liggen de prioriteiten. Gaat het om het halen van je examen of het halen van je examen met hoge cijfers? Als je met zesjes je vwo haalt is het toch ook goed? Als je gebrek aan motivatie of belemmerende overtuigen er voor zorgen dat ook die zesjes onbereikbaar worden, dan is het misschien tijd om actie te ondernemen. Het is immers zo dat doubleren of een lager niveau niet altijd helpt. Het kind wordt daar niet altijd meer gemotiveerd van en neemt ook niet zomaar de belemmerende overtuigingen weg.

Voor de duidelijkheid, dit geld niet voor alle hoogbegaafde kinderen / volwassenen. Het is een eenzijdige observatie, uit het leven gegrepen.

2 views0 comments

Recent Posts

See All
bottom of page